Ik sta in de rij bij de supermarkt. Bij een product krijg ik een gratis dinoboekje. Ik hoef het niet, zoon houdt niet van dino’s. ‘Oh” zegt de jongen achter mij in de rij: ‘Mag ik die hebben voor mijn neef’je ? ‘Natuurlijk’, zeg ik, je mag de plaatjes er ook wel bij hebben? ‘Nou, die hoef ik niet hoor, ik heb er al 60′ zegt hij. Ik kom erachter dat ik mijn portemonnee ben vergeten. De hoofdcaissière wordt erbij geroepen om dit in het systeem aan te geven zodat ik de boodschappen later op kan halen. Het duurt best lang voordat ze komt. Ondertussen vertelt de jongen aan mij dat hij morgen naar Rotterdam naar zijn neefje gaat en die aan hem had gevraagd of hij zo’n boekje mee kon nemen, maar plaatjes had hij al genoeg, echt ik heb er al zo’n boel! De caissière krijgt dit niet mee en legt boekje en plaatjes voor hem neer. ‘Ja….zie je wel…krijg ik ze toch…..zegt hij geagiteerd’ De caissière zegt niks, maar kijkt geïrriteerd. Geef maar, zeg ik’ ‘Heb jij toch kleine kinderen vraagt hij’. Ik zeg: ‘ik spaar ze voor kennissen op Facebook’. De hoofdcaissière komt naar de kassa.”Ik was even de weg kwijt’ zegt de hoofdcaissière, zegt ze verward en met een rood hoofd. Op de vraag van de caissière waarom het zo lang duurde. ‘Dat is ook een heel eind vanaf de balie naar de kassa hier’ zegt de jongen. Op weg naar de auto denk ik na over dit voorval. Ik weet wat van autisme door mijn zoon en die caissières vermoedelijk niet en ik denk door. Wat voor een misverstanden kunnen er ontstaan als mensen niet op elkaar afgestemd zijn? En is dat erg? Moeten we dat voorkomen? Die jongen leek er alleen last van te hebben dat hij toch die plaatjes kreeg, terwijl iemand anders ze misschien wel zou willen aannemen omdat het een aardig gebaar was van mij.
Autisme en communicatie
Advertenties
Geplaatst in Geen categorie